BIA-meter: een goed verdienmodel?
Gastauteur: Berdien van Wezel, Eigenaresse Gezond Leven Diëtisten
BIA-meter: een goed verdienmodel?
In de gezondheidszorg zijn we wars van ondernemerschap. Nee, wars van commercieel werken. Maar wat is commercieel? "Dat je handelt en denkt vanuit de cliënt", dat is een van de definities. Hier voel me als hulpverlener bijzonder senang bij.
Het doen van een lichaamsanalyse is voor mij een verdienmodel waarmee ik de patiënt echt help! Alsof ik nu nog een speciaalzaak run, terwijl in nog geen enkele supermarkt een BIA-monitor staat.
Diëtisten krijgen doorverwijzingen vanuit allerlei hoeken: bijvoorbeeld via huisartsen, praktijkondersteuners, specialisten, etc. Dit kan gaan over allerlei ziektebeelden, bijvoorbeeld voedselallergie, ondervoeding of obesitas. Zeer vaak is het doen van een lichaamsanalyse meting een vast onderdeel van het consult, om zo een volledig beeld te krijgen van de lichaamssamenstelling van de patiënt.
Wat doet een diëtist?
Enige weken geleden werd me gevraagd een voordracht van 5 minuten te verzorgen voor 150 huisartsen en praktijkondersteuners. De organisatie vroeg me te vertellen over wat een diëtist doet. Nou, mijn mond viel open. Wie weet nou niet wat een diëtist doet? Ik was heel verbaasd dat ik dit moest gaan vertellen. Toen ik de voordracht schreef kwam ik erachter dat veel onderdelen die vast in ons werk verweven zitten, niemand kent.
Dan heb ik niet over een opbouwen van een vertrouwensrelatie met de patiënt maar over:
- Nagaan of gebruikte medicatie invloed heeft op de eetlust
- Nagaan of er sprake is van een eetstoornis d.m.v. verschillende soorten vragenlijsten
- Nagaan of er sprake is van een te laag gewicht d.m.v. groeidiagrammen
- Nagaan of het mogelijk is meer kcal toe te voegen aan het dagmenu
- Het doen van een BIA-meting
Meten is weten
Dat het uitvoeren van een BIA-meting standaard is verweven in verschillende protocollen en als onderdeel van de secundaire uitkomstmaten in de richtlijn “Overgewicht en Obesitas bij volwassen en kinderen” is opgenomen, is ook vaak volledig nieuw voor alle huisartsen en praktijkondersteuners die ik erover vertel. Ik leg ze uit dat enkel het gewicht niets zegt. Dat snappen ze wel, maar dat de diëtist ook vet%, vocht% en spiermassa bepaalt, is volledig nieuw voor ze. Dat we de meting interpreteren en de patiënt instrueren hoe ze hun voedingsinname en fysieke activiteiten kunnen verbeteren.
Door het meten krijgt de patiënt inzicht in gewicht, vetpercentage en spiermassa. Dat op zich is al een doorbraak want ik maak vaak mee dat patiënten hun spiermassa veel lager inschatten dan dat het daadwerkelijk is. De patiënt wil vaak graag direct op de weegschaal bij de vervolgconsulten om te kijken welke progressie er dan weer is geboekt. Zo stijgt de motivatie om de nieuwe eetgewoonten strikt te blijven opvolgen. Het geeft mij ook energie, want hoe fijn is het om met tevreden patiënten te werken?
Geertien, praktijkondersteuner:
“Wat fijn dat diëtisten deze meting uitvoeren. Als praktijkondersteuner heb ik geen tijd om dit ook te doen”.