Het regelmatig meten van BIA: wat levert het op?
Gastauteur: Berdien van Wezel, Eigenaresse Gezond Leven Diëtisten
Het regelmatig meten van BIA: wat levert het op?
Daphne, patiënt:
“De BIA-meting is een vast onderdeel van het consult. Ik trek gemakkelijke schoenen aan en draag geen panty. Ik verheug me altijd op de meting, ik zie direct het resultaat van de voedingsadviezen die ik trouw probeer op te volgen”.
De weegschaal: vloek of zegen
Wat me elke keer weer verbaast: patiënten komen voor de intake. Ze zijn vaak wat huiverig om op de weegschaal te gaan staan. Ze weten toch al dat het gewicht te hoog is. Vaak geven ze aan, “dat meten doen we een volgende keer wel”. Ik begrijp hun huiver, maar weet ook dat een lichaamsanalyse meting zoveel meer aangeeft dan enkel het gewicht. Ze zijn vaak verbaasd dat bijvoorbeeld spiermassa veel hoger is dan verwacht. Dit is een eerste opsteker en werkt motiverend. Zo’n 20% van de patiënten geeft na 2-3 weken de behandeling op, als ze geen resultaat zien in gewicht. Ze volgen het voedingsadvies op maar worden niet beloond voor hun inspanningen. Juist dan is een BIA-meting zinvol. Ze zien wel verschil! En wij als diëtisten maken het verschil door de uitslagen uitgebreid te bespreken met de patiënt.
Toewerken naar het resultaat
De patiënt en ik bepalen aan de hand van de eerste uitslag samen waar we naar toe gaan werken. Wat moet het eindresultaat worden wat betreft gewicht, vet%, spiermassa en vocht%. Deze doelen noteren we in het dossier. Sommige patiënten komen elke week langs voor een meting, andere bijvoorbeeld eens per 2 weken. Ik meet met name patiënten met over- en ondergewicht. Ik doe dit in bijna 95% van de gevallen. Ik ben voorzichtig met het meten van patiënten van overgewicht en obesitas die aangeven niet gemeten te willen worden. Ik luister vooral naar hun verhaal en laat hen bepalen wanneer ze op de weegschaal willen gaan staan.
Prestatiedruk?
Veel patiënten vinden het helemaal niet vervelend steeds gemeten te worden wanneer ze eenmaal over de eerste drempel heen zijn en zien dat er niet alleen naar gewicht wordt gekeken. Mijn veronderstelling was dat dit de druk voor gewichtsreductie op een negatieve manier zou beïnvloeden. Maar niets is minder waar. Het eerste wat ze vaak vragen als ze binnenkomen in mijn spreekkamer is:” zal ik meteen op de weegschaal gaan staan?”
Is het gewenste resultaat niet bereikt, dan kun je als diëtist heel open en eerlijk bespreken wat er veranderd mag worden aan het voedingsadvies. En gaat de patiënt hier vervolgens weer mee aan de slag.
Tijdens de intake en de herhalingsconsulten herhaal ik de meting. Het is waardevol om de progressie te zien en het motiveert de patiënt.